Sinterklaas met de Lieverdjes

Eind jaren ’90 bracht de Amsterdamse uitgeverij Thomas Rap een hele serie sportboeken uit onder de naam ‘Nederlandse Sportbibliotheek’. Ik heb er een hele rij van in mijn boekenkast staan en bespreek dit keer het boek De Lieverdjes.

Dit deel uit de serie is geschreven door Marcelle van Hoof en behandelt de roemruchte voetbalclub FC Amsterdam, met als titel ‘De Lieverdjes. Opkomst en ondergang van F.C. Amsterdam.‘ Een korte geschiedenisles: In 1972 werd, uit een fusie tussen de Amsterdamse profclubs DWS en Blauw Wit, een nieuwe vereniging geboren: FC Amsterdam. De ploeg kreeg als bijnaam: De Lieverdjes.

De Lieverdjes

Er zijn nog steeds heel veel Amsterdammers die met weemoed terugdenken aan de jaren dat FC Amsterdam nog bestond. Ze behaalden sporadisch succes, wonnen wel eens van Ajax, ze wonnen zelfs in San Siro van Inter, maar toch was er ook malheur; sterspelers vertrokken, de tribunes van Olympisch Stadion bleven angstvallig leeg waardoor de club zelfs uit moest wijken naar het bijveld en langzaam kwam het einde in zicht. Op Hemelvaartsdag 1982 speelde De Lieverdjes hun laatste wedstrijd.

Ondanks deze treurige en korte geschiedenis is dit boek zeer de moeite waard, want FC Amsterdam was een bijzonder club, misschien wel één van de bijzonderste van het Nederlands betaald voetbal. De roemruchte voorzitter Dingeman -Dé- Stoop was meer dan spraakmakend, hij is naar mijn weten de enige die ooit de spelersvrouwen meenam naar een trainingskamp in Mallorca. Topscorer Nico Jansen bouwde een spelershome en materiaalman Jan Wieseman sliep in het ballenhok.

De ploeg was en bleef door de jaren een bont gezelschap van markante spelers, waarvan het overgrote deel ‘echte’ Amsterdamse volksjongens waren, altijd in voor een geintje, altijd feest en altijd reuring. Het was af en toe een wonder dat trainer Pim van de Meent en zijn assistent Tonnie Bruins Slot de ploeg toch wist te motiveren om naast alle grappen en grollen ook op het veld het publiek te vermaken.

Frank Kramer

Eurosport commentator Frank Kramer speelde ook een tijd bij de Lieverdjes en wilde op een dag meer geld en stapte dus op Dé Stoop af. Deze deed hem een aanbieding onder voorwaarde dat Kramer het er met niemand anders in de ploeg over zou hebben:

“Anders komen ze allemaal aan mijn kop zeuren en dan kunnen we de tent wel sluiten.”

Het is Kramer jarenlang gelukt om z’n kaken op elkaar te houden, maar toen de geest eenmaal uit de fles was bleek dat hij veruit het minst verdiende van de hele ploeg!

Frits Flinkevleugel

Het boek staat bol van dit soort prachtige anekdotes en is daarom een genot om te lezen. Maar, zo vraag je je misschien af, wat heeft dit nou met Sinterklaas te maken? Nou, de volgende anekdote van rechtsback Fritssie Flinkevleugel verklaart alles;

Flinkevleugel: “Ik ben heel vaak de kleedkamer uitgestuurd. Werden ze gek van mijn drukte. Uit bij Excelsior was het weer een keer zover. Ik voor de wedstrijd de kleedkamer uitgestuurd. In een kast in de gang lag een sinterklaaspak, compleet met staf. Ik trek dat aan, klop op onze kleedkamerdeur en ga weer naar binnen. Nou, toen brak helemaal de pleuris uit!” Van de Meent: “Die wedstrijd wonnen we wel met 3-2.”